.....................................
|
HET
MIDDENTOON ORGEL
|
De geschiedenis van het
orgel is in nevelen gehuld;
het is zelfs niet met zekerheid te
zeggen hoe lang
het zich al in de kerk van
Oosthuizen bevindt.
Enige tijd heeft het bekend
gestaan als het oudste
bespeelbare orgel in Europa, maar
aan de juistheid
van deze claim bestaat gerede
twijfel. Zeker is dat
het zeer oud is: een deel van het
pijpwerk gaat
waarschijnlijk terug tot het begin
van de I5e eeuw
en is dus ouder dan de kerk.
De stijl van het orgel wijst op
het einde van de
15e eeuw met wellicht P. Gerritz
als bouwer.
Halverwege de 17e eeuw is het
pijpwerk door
Pieter Backer ingrijpend
gewijzigd. Het instrument
is in latere eeuwen nog meerdere
malen opgeknapt,
onder andere rond 1830 door de
Amsterdamse
"orgelmaker" Sommer en, na de
uitgebreide
kerk-restauratie van 1960-65, door
de Zaanse
firma Flentrop.
Najaar 2003 werd de
laatste fase van de restauratie
van de Grote Kerk te Oosthuizen
afgerond. In het
kader daarvan is ook het orgel op
onderdelen
gerestaureerd. Uitgebreid
onderzoek van met name
het pijpwerk heeft daarbij geleid
tot een nieuwe
visie op de ontstaansgeschiedenis
van dit
bijzondere
instrument.
lees
meer |
Hoewel de geschiedenis
zeer boeiend is, blijft de klank het
belangrijkste. Deze heeft zijn authentieke
16e eeuwse aard
behouden en is zeer indringend
en krachtig. Dit is, behalve aan de
originele oude constructie van de pijpen
en de hoge
winddruk, mede te danken aan
de bijzondere stemming. In deze
middentoonstemming zijn de belangrijkste
toonaarden
zo zuiver mogelijk gestemd, terwijl
de overige toonaarden vals klinken. Dit
beperkt het repertoire voor het orgel tot
muziek gecomponeerd vóór ongeveer
1650. Componisten uit die tijd hielden
rekening met de beperkingen die de
middentoonstemming oplegt en
maakten soms zeer inventief gebruik van de
mogelijkheid iets vals te laten
klinken.
Muziek van Bach en latere
componisten kan dus niet goed ten gehore
worden gebracht op dit instrument.
Het orgel is zeer
eenvoudig van opbouw:
Er is slechts één klavier met de
omvang F, G, A - g", a". Er
zijn zeven registers; de dispositie is als
volgt:
Prestant 8' - Bourdon
16' - Octaaf 4'
- Quint 3' -
Woudfluit 2' - Sexquialter 2
sterk, discant vanaf c' -
mixtuur 2-3 sterk, (Samenstelling
van de mixtuur: F: 11/3 - 1 ,
c': 2 - 11/3 - 1 , c": 2 - 2 -
11/3 )
Tremulant.
Toonhoogte: een halve toon boven
440. Het orgel staat in de (kwart komma)
middentoonstemming.
De registers worden, om te spreken,
ingeschoven in plaats van uitgetrokken.
------------------------------------------------------
|
|